Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet voorzieningen tijdelijke verhoging of verlaging van belasting op grond van conjuncturele overwegingen

 

Artikel 1
1
Krachtens artikel 1 van de Wet tot tijdelijke verhoging of verlaging van belasting op grond van conjuncturele overwegingen (Stb. 1970, 605) verhoogt Onze Minister van Financiën de in dat artikel genoemde belastingen met een percentage van vijf en beëindigt hij de verhoging ingevolge zijn beschikking van 30 december 1970, nr. A70/18382 (Stcrt. 252), een en ander met ingang van 1 januari 1972. De verhoging blijft achterwege voor de omzetbelasting geheven naar de in artikel 9, eerste lid, en in artikel 20, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Stb. 329) opgenomen tarieven. Voorts kan verhoging van de in de vorige volzin bedoelde omzetbelasting achterwege blijven bij latere vervanging van het voor de overige belastingen geldende percentage.
2
Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde verhoging:
a
behoeft niet een termijn van twee maanden tussen het tot stand komen van de beschikking en 1 januari 1972 in acht te worden genomen;
b
gaat het aan de Staten-Generaal te zenden afschrift van de beschikking niet vergezeld van een nota;
c
blijft het zenden aan de Staten-Generaal van een voorstel van wet tot goedkeuring met de daarbij behorende nota achterwege;
d
bedraagt de verlaging van de rijksuitgaven niet meer dan 90 miljoen gulden.
3
Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde beëindiging van de verhoging:
a
behoeft niet een termijn van twee maanden tussen het tot stand komen van de beschikking en 1 januari 1972 in acht te worden genomen;
b
blijft het zenden aan de Staten-Generaal van een voorstel van wet tot handhaving van de goedkeuring met de daarbij behorende nota achterwege.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •